Janneke Spoelstra

spoelstraJanneke Spoelstra – In Jikse-libben 2008

Janneke Spoelstra (1962) debuteerde in 2004 met de dichtbundel Goeie is it wachtwurd en debuteert nu in de serie Fryske Modernen met proza: In Jikse-libben is een bundel verhalen die met elkaar de worsteling van Jiks vertellen. Jiks groeit op in een Fries dorpje en het wordt haar steeds duidelijker dat ze lesbisch is. De lezer wordt langzaam en onontkoombaar de wereld van Jiks in getrokken; de wereld waarvan Jiks bang is dat die haar anderszijn niet accepteert, waardoor ze voortdurend onzeker is en zich nauwelijks uit. De verhalen zijn zeer uitgekiend achter elkaar gezet. Die over de kleine, de puberachtige en de volwassen Jiks wisselen elkaar prachtig af en daar tussendoor staan verhalen van andere vrouwen die in het verleden met dezelfde problemen worstelden als Jiks. Als klein meisje lijkt Jiks nog argeloos met vriendjes en vriendinnetjes te spelen, maar al gauw merkt ze dat ze anders is. Dat houdt ze voor zich en zelfs als jongvolwassene durft ze niet goed voor haar lesbische aard uit te komen. Spoelstra heeft een zeer beheerste stijl van schrijven en weet herhaaldelijk te ontroeren. Gelukkig schuwt ze ook de humor niet en dat levert bij elkaar een prachtig boek op, waarin de problematiek van het lesbisch-zijn op intrigerende en soms aangrijpende manier beschreven wordt. Jammer dat het maar honderd bladzijden heeft.

spoelstragoeieisitwachtwurdJanneke Spoelstra – Goeie is it wachtwurd Gedichten (2004

Janneke Spoelstra (1962) vertaalde in 2000 de roman Pan van Knut Hamsun uit het Noors en zit in de redactie van het literaire tijdschriftHjir. Goeie is it wachtwurd is haar debuutdichtbundel en bevat een stel fraaie en prettig leesbare gedichten. Een aantal gedichten uit deze bundel is eerder gepubliceerd in literaire tijdschriften en verzamelbundels. Terecht, want sommige zijn beslist niet onverdienstelijk. Ze zijn beheerst, leesbaar, bevatten soms een mooi beeld en meer dan eens wordt het (Friese) landschap treffend beschreven.

De beelden zijn redelijk gemakkelijk te volgen. In de gedichten wordt of een situatie in de hedendaagse werkelijkheid beschreven, of een situatie uit het verleden. De bundel begint sterk, met het gedicht ‘Lyts’ waarin een mooi beeld gegeven wordt van een meisje dat speelt met licht en schaduw, en op de schommel. Ook het tweede gedicht is mooi, een ‘ik’ die terugdenkt aan vroeger, aan de tijd dat ze nog in het fluitenkruid woonde. Daarna komen een paar kleinere gedichten. Eerst ‘Wachtesto’ waarin de ik soms iemand van vroeger in polsstokspringende kinderen ziet en zich afvraagt of die ander nog op haar wacht aan de ander kant van de sloot en haar nog herkent. Het is een aardige observatie, maar niet echt een sterk gedicht. Dat geldt ook voor het vierregelige ‘Ferskining fan maityd’.

Ook in de tweede afdeling worden enkele echt goede gedichten afgewisseld met aardige observaties, gedachten, herinneringen. In ‘Fytse’ bijvoorbeeld hoort de ik dat twee dames die vaak met elkaar fietsen lesbisch genoemd worden; ze weet niet wat het is, maar vindt het wel mooi dat je dan zo vaak kan fietsen. Het gedichtje over de pissebed die afgeschilderd wordt als een zeeschip op het hoogpolige tapijt eindigt met de vraag of je hem nu moet oprapen of laten lopen. Dat is op zich wel een aardige gedachte, maar daarmee nog niet direct een prachtig gedicht.

Zo is het met alle vijf afdelingen in de bundel: een paar mooie gedichten worden telkens afgewisseld met niet meer dan aardige gedichtjes. Voorbeelden van zulke gedichtjes in de vierde afdeling zijn ‘Simmereilân’ en het eenvoudige ‘Do’. Ook het sonnet ‘Frank en Mio en Stefán’ bevat een prima idee (er zijn misschien wel veel asielzoekers, maar het zijn ook stuk voor stuk individuen) en heeft een keurig rijmschema, maar ik vind het geen echte poëzie geworden.

Het moge duidelijk zijn: er zit kwaliteit in de bundel van Spoelstra, want er staan werkelijk mooie gedichten in. Wat dat betreft heb ik deze bundel met plezier gelezen en verwacht ik nog wel wat van deze dichteres.