Eric Hoekstra

Eric Hoekstra – Roman fan in hielmaster/Roman van een geneesheer 2018 (ook als e-book)

Taalkundige Eric Hoekstra (1960) schreef naast zijn publicaties op het gebied van taal Friese gedichten en romans. Hij vertaalde filosofische boeken van onder anderen Nietzsche in het Fries. In 2017 bekeerde Hoekstra zich ‘na een mystieke ervaring’ tot het christendom. Vervolgens schreef  hij Roman fan in hielmaster/Roman van een geneesheer, een boek dat hij bij elkaar publiceerde in een Friese en een Nederlandse versie.

Het boek, althans de Friese versie, is zogenaamd geschreven door Niko de Mus. Zo staat de schrijversnaam op de kaft, op de titelpagina en berust het copyright bij dit pseudoniem. Op de kaft staat echter gewoon dat Eric Hoekstra dit boek maakte uit de vier evangelies. En in de Nederlandse versie (het tweede deel van het boek) wordt de schrijver Nicolaas de Mus genoemd. Ik heb werkelijk geen idee wat de lol is van zo’n oubollig en flauw grapje, want verder is er ook geen greintje humor in het boek te vinden.

In het eerste hoofdstuk wordt de geboorte van Jezus – de zoon van God – beschreven en van Johannes de Doper die rond dezelfde tijd geboren werd. Aan het slot van het hoofdstuk wordt alle leven aan God toegeschreven. De verteller roept daar op om goed te kijken en te zien hoe het woord vlees geworden is en hoe het Lam van God, Gods Zoon, de zonde van de mens op zich genomen heeft. De lezer wordt aangeraden de ogen te openen en naar binnen te kijken en Hem te ontmoeten ‘in een koninkrijk dat in je is’.

In de volgende hoofdstukken vertelt Jezus in de ik-vorm over zijn leven, tenminste, wat we van zijn handel en wandel weten uit de Bijbelverhalen. Zo lezen we over de zaligsprekingen, de opmerkelijke genezingen, de wonderbare spijziging, de gelijkenissen en de aankondiging van het lijden. Ook de levenslessen die Jezus geeft, zoals niet (ver)oordelen maar zeven maal zeventig keer vergeven, niet haantje de voorste willen zijn, je medemens liefhebben als jezelf of gebruik maken van je gaven komen allemaal aan de orde.

Slechts sporadisch doet Hoekstra wat de kaft belooft: er een moderne roman van maken. Hij blijft – uit eerbied? – te dicht bij de oorspronkelijke verhalen en komt niet veel verder dan woorden als ‘farizeeër’ en ’tollenaar’ te vervangen door ‘ferslachjouwer/verslaggever’ en ‘populist’ of hij stopt er zo nu en dan een zinnetje tussendoor als “As de oandielen sakje, komt der opskuor en earmoed / Als de aandelen dalen, komt er rust en armoede.” Wat dat betreft hinkt hij ook voortdurend op twee gedachten, want ondanks woorden als aandelen, populist of boekhouder wordt er niet betaald in euro’s of dollars maar met sulverstikken/zilverstukken.

Dit boek komt nergens in de buurt van een moderne roman, ook omdat Hoekstra zo dicht bij het Bijbelverhaal blijft, inclusief de bij dit oude verhaal behorende taal (“Ut myn eagen, luie tjinstfeint / Uit mijn ogen, luie dienstknecht” of “De tiid is kommen dat de Minskesoan ta majesteit ferheven wurde sil / De tijd is gekomen dat de mensenzoon tot majesteit wordt verheven”).  Het verhaal wordt er ook niet beter van dat Jezus blijkbaar niet zijn eigen geboorte kan beschrijven, maar wel zijn dood. Hij beschrijft in hoofdstuk 11 hoe hij verraden wordt door Judas, gevangen genomen en tot de kruisdood veroordeeld wordt. Hij bezwijkt aan het kruis: “Ik stjit in kreet út en jou de geast. / Met een luide kreet geef Ik de geest”. In hoofdstuk 12 volgt in de hij-vorm dan nog de kruisafneming, de opstanding en stuurt Jezus zijn leerlingen de wereld in met zijn boodschap, namelijk om de Heer lief te hebben én je medemens lief te hebben.

Mij kon dit boek niet bekoren. De belofte om van het verhaal van Jezus een spannende en moderne roman te maken wordt op generlei wijze ingelost. Het boek is niet modern en behalve voor iemand die nog nooit van zijn leven van Jezus gehoord heeft ook niet spannend.

hoekstrakeningjunks

Eric Hoekstra – Kening fan de junks (2007)

Taalkundige/vertaler/literatuurcriticus Eric Hoekstra (1960) schreef met Kening fan de junks een vlotte, moderne Friese schelmenroman met alle gewenste ingrediënten: op satirische wijze wordt een deel van de moderne samenleving op de hak genomen in dit verhaal, waarin de hoofdpersoon, de 27-jarige Desiderius Huizinga, een oplichter is voor wie de lezer toch aardig wat sympathie op kan brengen.

Op de eerste bladzij wordt beeldend beschreven hoe Desiderius naakt uit het huis van een kortstondige vriendin in de sneeuw gegooid wordt. Even later ziet hij toevallig een personeelsadvertentie en een paar korte hoofdstukjes verder is hij er via knappe intriges in geslaagd directeur van een zorginstelling voor junkies te worden met een riant salaris. Natuurlijk kan dat niet goed blijven gaan: na ruim een half jaar wordt hij in het laatste hoofdstukje ontmaskerd en op de laatste bladzijde ook nog beroofd. Ondertussen heeft de lezer een kijkje gekregen in een van overheidswege gesubsidieerde maatschappelijke instelling en wat daar aan allerlei misleiding en eigen zakkenvullerij mogelijk is.