Ulbe van Houten

houtenUlbe van Houten – De sûnde fan Haitze Holwerda 11e printinge, 2010 (2005)

Onderwijzer Ulbe van Houten (1904-1974) kreeg in 1955 de Gysbert Japicxpriis voor een klein oeuvre dat bestond uit een tweedelige Friese bewerking van Bijbelverhalen (1949-1953) en de boerenroman De sûnde fan Haitze Holwerda uit 1938. De combinatie van de christelijk aandoende titel, samen met het etiket ‘boerenroman’ maken dat laatste boek voor een moderne lezer wat verdacht, maar niet voor niets is de roman van Van Houten in de loop der tijden door menigeen geprezen en nu uitgekozen voor de campagne ‘Fryslan lêst syn toppers’. Deze uitgave, de elfde druk, in de serie Nije Bibliotheek, is een fotomechanische herdruk van de negende druk uit 1983 en is ook te lezen op Sirkwy.

“Skreaun yn pûrbêst Frysk, fyn en skerp fan psychology, great yn de werjefte fan it godstsjinstige libben, (…) sterk fan humor en minsklikheit”* , zegt J. Piebenga ervan in zijn Koarte skiednis fan de Fryske skriftekennisse. Natuurlijk is dat prachtige Fries wat ouderwets geworden en psychologisch gezien is de ommekeer in het denken van de hoofdpersoon aan het eind wel wat al te gemakkelijk, maar De sûnde fan Haitze Holwerda blijft ook voor nu een prima leesbare roman.

Het boek speelt zich af rond 1900 en het opkomend socialisme speelt zijdelings een rol. Hoofdpersoon in het boek is uiteraard Haitze Holwerda, de boer van Baerda-Hûs, een boerderij ten zuidwesten van Leeuwarden, gelegen tussen de dorpen Blessum, Boksum en Deinum. Hij is een ouderwets trotse, streng-gereformeerde, gierige boer en zijn manier van leven en vooringenomen denken ergert bij vlagen enorm, maar door ironisch-afstandelijke stijl waarmee de auteur hem neerzet, moet je ook wel om hem lachen. Daarbij is Haitze Holwerda vooral ook een tragisch figuur. Hij ziet soms zelf wel in waar hij de fout ingaat en je kunt je ook afvragen waar hij het allemaal voor doet: hij is 61 jaar en heeft geen kinderen die de goedlopende boerderij kunnen overnemen. Bovendien kan hij maar zeer moeizaam genieten van zijn voor die tijd goede bestaan. Er zijn slechts een paar momenten, als hij alleen in het weiland is, dat de boer de schoonheid van het land ziet en voelt, voor de rest maakt hij zich alleen maar zorgen.

Voor de hooitijd neemt hij drie seizoenarbeiders aan. Geen Groningers zoals altijd, maar drie arbeiders uit Het Bildt, hem door een kennis aanbevolen. Holwerda heeft zijn bedenkingen en vooral zijn vooroordelen, want uit Het Bildt komt in zijn ogen niet veel goeds: de arbeiders lijken hem te brutaal en te rood. Via de kennis is afgesproken dat de arbeiders voor vijf weken aangenomen worden en ze krijgen negen gulden per week plus kost en inwoning. Al vanaf het begin dat de mannen komen, is er de spanning dat de boer eigenlijk onder die afspraak uit wil, maar dat wordt niet helemaal uitgesproken. Het weer zit mee en de mannen werken hard, dus na vier weken is de oogst binnen. Holwerda stuurt de mannen na een fikse ruzie weg. Dan komt hij echter ook met zichzelf in conflict, want de streng-christelijke boer heeft ook wel door dat zijn gedrag niet strookt met zijn zondagse kerkgang. Hij komt tot inkeer en dan loopt het voor hem ook nog eens tragisch af, op een manier die doet denken aan het drama in De oogst (1901) van Stijn Streuvels. Met dat verschil dat bij Streuvels iemand in Frankrijk geveld wordt door de hitte van de zon en boer Holwerda wordt middenin het Friese land in een onweersbui getroffen door de bliksem.

houtenulbevansunde1De kracht van het boek is vooral de toon van Van Houten. Het is een licht afstandelijke, ironische toon waarmee vooral de boer beschreven wordt. Soms lijkt het wel alsof de schrijver met die toon een beetje de draak steekt met dat streng-christelijke karakter en die trots van Haitze Holwerda. Ook mooi is dat we af en toe inkijkjes krijgen in het leven en denken van de ‘ûngetiders’, de seizoenarbeiders, die voor een kleine zondag thuis in Het Bildt op zaterdagavond na een dag werken uren moeten lopen en op zondagavond al weer vroeg weg moeten. Het boek laat ook zien hoe de dag van de boer en zijn arbeiders er in de hooitijd uitziet, hoe men met elkaar omgaat, over elkaar denkt. De sûnde fan Haitze Holwerda van Ulbe van Houten is al met al een prima keus voor de actie ‘Fryslan lêst syn toppers’.

* Geschreven in voortreffelijk Fries, subtiel en scherp van psychologie, groot in de beschrijving van het godsdienstige leven (…) sterk van humor en menselijkheid.