Sjieuwe Borger

borgerferrin Sjieuwe Borger – It ferrin fan de tiid (2005)

Vrijwel uit het niets debuteert Sjieuwe Borger met een Friese roman. Opmerkelijk aan het chronologisch opgebouwde verhaal is dat je van de ik-persoon weinig te weten komt. Omdat hij het niet naar zijn zin heeft om in Den Haag als jurist te werken ‘aan de kant die uitmaakt wat recht is’, gaat Sybren terug naar Groningen, waar zijn jeugdvrienden nog wonen. Hij krijgt een nieuwe vriendin, schrijft een proefschrift, promoveert en wordt advocaat. Maar vooral gaat het over het contact met zijn jeugdvriend Goaitsen, die zich steeds meer ontpopt als een egoïstische alcoholist. Goaitsen wordt verlaten door zijn vrouw, later ook door een illegale vrouw die hij aan een verblijfsvergunning zou helpen en raakt zijn werk kwijt. Het is bijna onvoorstelbaar dat Sybren Goaitsen nog zo lang steunt. Goaitsen verklaart zijn problemen door te zeggen dat hij lijdt onder het oorlogsverleden van zijn opa en een slechte behandeling door zijn vader. Dat komt vanaf het begin niet erg overtuigend over en pas heel laat in de roman, als de lezer dat al lang gedaan heeft, trekt Sybren zijn handen van Goaitsen af. (2005)