Mindert de Wit – De moanne laket Fersen (2005)
Het omslag van deze debuutbundel van Mindert de Wit, van (kunst)partner Gerda Hulsinga, toont heel passend een geabstraheerd landschap met een rietkraag en daarboven de maan. Het landschap speelt een belangrijke rol in deze Friese gedichten, naast de gevoelens van de dichter, die soms met het landschap verbonden worden of met het tijdstip van de dag of met weersomstandigheden. De bundel is verdeeld in vier delen die genoemd zijn naar de maanstanden. Niet verwonderlijk is dan ook dat het eerste deel, ‘Nije moanne’ (nieuwe maan) begint met het gedicht ‘Maitiid’ (lente), waarin het landschap huiverend wacht om wakker te worden. Het laatste gedicht van de laatste afdeling, ‘Lêste kertier’, gaat over een koude winternacht, waarin het landschap koud ligt te wachten op nieuw maanlicht. De eerste drie afdelingen bestaan elk uit zeven gedichten, de laatste afdeling telt er tien. Niet alleen de bundel, ook de poëzie zelf heeft over het algemeen een rustige, beheerste opbouw. Bovendien zijn de beelden, meestal personificaties, goed te volgen. Dat maakt de gedichten heel leesbaar.