Lieuwe Pietersen – It griene hûs. (2008)
Deze roman, uitgegeven door de KFFB, voldoet goed aan de eisen van deze boekenclub: het boek zal door een groot publiek, voor zover dat Fries leest uiteraard, met genoegen ontvangen worden. Het boek heeft de vaste ‘Pietersen-ingrediënten’, zoals personages die min of meer toevallig met een gedeelte van hun verleden geconfronteerd worden. Hoewel de gebeurtenissen op zich niet onrealistisch zijn, speelt het toeval wel een flinke rol. Hoofdpersoon is Melle Heech, veertig jaar oud en door omstandigheden zonder werk, waardoor hij alle tijd heeft. Hij komt opeens op het idee om een nogal vervallen huis in de Leeuwarder binnenstad te kopen. De eigenaar van dat huis is er een tijdje niet, maar op zoek naar die eigenaar komt Melle wel in contact met twee vrouwen die in het huis gewoond hebben. Beetje bij beetje wordt duidelijk dat er wat geheimzinnigs aan de hand is en wordt de spanning opgevoerd. Daarbij wordt de lezer, o.a. door de afwezigheid van de eigenaar van het huis, met vaardige hand op het verkeerde been gezet, want dat kan deze schrijver, zoals hij ook wel eerder heeft laten zien.
Lieuwe Pietersen – De frou yn it swart. (2006)
Sinds zijn Friese romandebuut (De fal, 1996) schreef oud-leraar Lieuwe Pietersen (1928) al vijf andere Friese romans, die door het publiek erg goed, maar door de literaire critici wat minder ontvangen werden. Dat zou met deze nieuwe roman ook heel goed het geval kunnen zijn. Hille Banning, geschiedenisleraar aan een middelbare school in Leeuwarden, raakt op de begrafenis van oud-collega Karst Welling in de ban van een aanvankelijk mysterieuze jonge vrouw in het zwart. Als Hille de weduwe van zijn oud-collega helpt met een koffertje met onduidelijke papieren, stuit hij op een geheimzinnige sekte. Daar blijkt de jonge vrouw, die hij inmiddels als oud-leerlinge Berber heeft geïdentificeerd, ook lid van te zijn. Hille wordt verliefd, beleeft een paar min of meer spannende avonturen en aan het eind loop alles goed af.
Klaas Jansma van Omrop Fryslân vindt het ‘een spannend boek’. In ‘Lêsaventoer’ van 16 oktober noemt hij De frou yn it swart “ien fan de bêste romans fan Lieuwe Pietersen, dy’t ek op âldere leeftiid in frisse styl hat.” Zelf vind ik die stijl van Pietersen helemaal niet zo fris, maar eerder wat ouderwets en stijfjes. Bovendien stoor ik me aan de onwaarschijnlijkheden in het boek. Een voorbeeld daarvan is het koffertje dat zo’n grote rol speelt. Karst Welling nam dat koffertje altijd mee naar de ‘leesclub’ die hij leidde en waarvan de weduwe van Welling niet precies weet wat daar gebeurde. Er komen twee jongemannen van de ‘leesclub’ die het koffertje graag willen hebben, omdat daar ‘de papieren’ van de club inzitten. De weduwe kan het koffertje eerst niet vinden, bespreekt dat met Hille, die zich over het koffertje ontfermt als de weduwe dat uiteindelijk toch vindt. Via de christelijk-extremistische teksten uit dat koffertje komt Hille op het spoor van een sekte. Maar het duurt meer dan een week voor hij een geheim vakje in het koffertje vindt waar ‘de papieren’ in zitten waar de mannen naar op zoek zijn, denkt Hille, maar een paar dagen later vindt hij bij toeval in het zijvakje nóg een belangrijk papiertje!
Een lezer die niet meer wil dan een gemakkelijk opgebouwd en verteld verhaaltje met soms een tikje spanning zal zich waarschijnlijk niet storen aan de toevalligheden of onwaarschijnlijkheden in dit boek en ook niet aan de magere karakterschets van hoofdpersoon en bijfiguren. De frou yn it swart is uitgegeven door de KFFB, een Friese boekenclub die volkslectuur wil uitgegeven. In dat fonds past dit boek prima.
Lieuwe Pietersen – De fal. In syktocht. (1996)
Voor deze eerste Friese roman publiceerde Pietersen Nederlandse romans en boeken over Friese sporten en taalsociologie. Deze Friese roman is intrigerend. Het is het verhaal van leraar Evert Grond, die bij de verhuizing van zijn school op een foto stuit. Wat het precies is, wordt misschien niet helemaal duidelijk, maar op de een of andere manier raakt Grond zo in de ban van de foto, dat hij alle moeite doet om erachter te komen wie de vrouw op de foto is. En met Grond is ook de lezer steeds benieuwder naar het verhaal achter de foto. Fotografie was de hobby van de vroegere conciërge, die een apart hokje in de kelder van de school gecreëerd had. Het is op het eind geen complete verrassing, dat zich in dit hokje een drama heeft afgespeeld dat uiteindelijk de legpuzzel niet alleen voor Grond, maar ook voor de lezer compleet maakt. Die lezer is misschien niet helemaal voldaan door wat toevalligheden en het ietwat vlakke karakter van de vrouw, maar heeft ondanks dat een boeiend boek gelezen.