Johan Veenstra

longerlaandPeter Hiemstra & Johan Veenstra – Longerlaand (2007)

Vorig jaar verscheen een zeer fraai uitgevoerd boek waarin verslag werd gedaan van een origineel project, namelijk de samenwerking van de Weststellinwerver schrijver Johan Veenstra en de keramist Peter Hiemstra. De laatste is de bedenker van dit project. Lopend over een heidegebied bij zijn woonplaats Berkoop ontstond het idee om die plek te verbeelden. Tegelijk dacht hij dat er meer van die plekjes in het Stellingwerver landschap zouden moeten zijn en hij wilde meer. Daarom vroeg hij Johan Veenstra om datzelfde plekje te verbeelden in een gedicht. Bij die verbeelding zou het niet zozeer moeten gaan om een weergave van het plekje zelf, maar van het gevoel dat dat plekje oproept. Hiemstra en Veenstra hebben sinds 2002 aan dit project gewerkt en uiteindelijk bleken er twintig plekken te zijn waar Hiemstra een beeld bij maakte en Veenstra één of meer gedichten. Het boek kreeg de sprookjesachtige titel Longerlaand: land waar ik naar verlang.

Johan Veenstra schrijft in het Stellingwerfs, een Saksisch dialect, voornamelijk gesproken in de zuidoosthoek van Friesland. Met het werk van Johan Veenstra ben ik eind jaren zeventig in aanraking gekomen op een Fries folkfestival in Amsterdam, in een zaaltje van Artis. Daar zongen ook Henk en Sietske Bloemhoff hun liedjes in het Stellingwerfs van een LP uit 1977, Singeliers. Op die LP die ik helaas al jaren niet meer gedraaid heb, staan drie teksten van Johan Veenstra, waaronder ‘Aarme doeve’ (Arme duif) dat ik zelf nog wel eens zing in een zelfgemaakte Nederlandse vertaling. De teksten van de liedjes stonden op een inlegvel, gemaakt door de Stichting Stellinwarver Schrieversronte, een instantie voor de taal en de cultuur van de regio Stellingwerf en ook de instantie die Longerlaand op 13 juli 2007 presenteerde als 125e boekuitgave.

Het boek ziet er prachtig uit. Van elke plekje is een mooie zwart-witfoto gemaakt en met een paar regels tekst wordt het plekje toegelicht. Op twee tegenover elkaar liggende pagina’s staat dan op de ene pagina een foto van het beeld dat Hiemstra van het plekje maakte en op de andere pagina de poëtische verbeelding van Veenstra. In een enkel geval is (een deel van) de tekst van Veenstra ook in het beeld opgenomen, zoals bij het beeld van het buurtschap Rijsberkampen (‘Riesberkaampen’), waar de hele tekst van het gedicht ‘Naeme’ (Naam) in opgenomen is.

Keramist Peter Hiemstra (1954, Wolvega) werkt meestal met klei waarin hij ook andere materialen verwerkt, zoals metaal en hout. Maar bij gelegenheid gebruikt hij rustig sigarenbandjes, eikenbladeren, een reflector of acryl. Zijn beelden in deze serie zijn speels en kleurrijk, en verbeelden soms op bijzondere wijze het plekje zelf en soms het gedicht dat Johan Veenstra maakte, zoals het beeld ‘Het geheim van de Scheene’ waarin hij de boot verbeeldt die Johan Veenstra beschreef in zijn gedicht over het riviertje de Scheene, ‘Boot in twielochten’.

Johan Veenstra (1946, Wolvega) maakte voor deze serie heel beheerste, vaak romantisch aandoende gedichten. Soms heel landschappelijk (‘Op et oolde hiem / gruuit de bemoste / appelboom almar / schiever en schiever.’), maar daar blijft het niet bij. Het landschap kan herinneringen oproepen of verwachtingen, waarbij gevoelens horen, van melancholie, verlangen, liefde, zoals meteen in het eerste gedicht gebeurt. Daarin beschrijft Veenstra het landschap bij de oude zeedijk van de vroegere Zuiderzee tussen Schoterzijl en Slijkenburg. Een landschap dat angstgevoelens oproept, door een rondvliegende roofvogel en het kruis voor een in de oorlog doodgeschoten verzetsman, maar ook door de verraderlijke lieflijkheid van het landschap. In de laatste strofe vraagt de dichter aan zijn geliefde om dat bang makende landschap samen te ontvluchten om met hem te ‘slapen in een bed met lakens zo wit als het fluitenkruid op deze oude zeedijk’. Ouderwets romantisch, maar prachtig, zoals zoveel gedichten in dit prachtboek.

(17 augustus 2008)