Jan Schokker schrijft vlijtig verder aan zijn serie over de Bontebokse rechercheur Ale Alema van het bureau Heerenveen. In 2008 verscheen het eerste boek en nu is er het vierde. Daarin de bekende ingrediënten: de sympathieke, ietwat ouderwetse rechercheur Ale Alema, de jonge, slimme vrouwelijke collega Wytske, vleugjes romantiek, simpele maar voor het genre doeltreffende humor (Alema overpeinst bijvoorbeeld dat zijn intuïtie in de loop der jaren net zo betrouwbaar is gebleken als de banken van tegenwoordig) en de couleur locale, in dit boek niet onbelangrijk, omdat de twee lijken waar het boek mee begint, gevonden worden in en bij het stadion van SC Heerenveen, nota bene op het moment dat een wedstrijd tegen Ajax (2-2) gespeeld wordt. De conditietrainer van Heerenveen is vermoord en nog een onbekende Duitser. De lezer volgt voornamelijk Alema op zijn speurtocht, maar een enkele keer ook Wytske en op het eind zelfs even de dader. Voor wie van het genre houdt, zit er in deze politieroman vast genoeg spanning om lekker door te lezen en dan kun je de (taal)slordigheidjes, toevalligheden en niet uitgewerkte bijzaken wel op de koop toe te nemen.
Hoe erg zijn taal- of typfouten? Misschien ben ik wel ouderwets en te schoolmeesterachtig dat ik me eraan erger. Enkele voorbeelden die ik noteerde toen ik even met de pen in de hand las. Op bladzij 77 een foute werkwoordspelling: “It paad is al skjin. Ale heard achter it hûs it lûd fan blik op tegels of sa.” Op bladzij 86 een foutieve samentrekking: “Hy freget om in kopy fan de foto mei Remko en wer nei Rikele, mar is op it stuit ûnberikber, dat hy lit de brigadier wat opskriuwe.” En op pagina 98 schrijft Schokker opeens Wietske in plaats van Wytske. De uitgever schijn je er bij dit soort uitgaven niet meer voor verantwoordelijk te kunnen houden, die print gewoon ‘on demand’, maar slordig blijft het.
Jan Schokker – Djipdún In Ale Alema-mystearje. (2011)
In hetzelfde jaar waarin Jan Schokker zijn tweede politieroman met de wat aparte Ale Alema van Bontebok als rechercheur publiceerde, komt hij alweer met een derde. Deze nieuwe politieroman komt op gang als ene Germ bij Ale meldt dat zijn vrouw Anna al een tijdje weg is. Als Ale Germ even later buiten westen in diens huis vindt en dat huis nogal mysterieuze vondsten oplevert, worden er flink wat mensen op de zaak gezet. Daarbij is Wytske, de collega van Ale die we uit de eerdere boeken kennen, maar ook de vrouwelijke interim-baas met wie de eigenwijze Ale merkwaardig genoeg goed kan opschieten. Schokker houdt het verhaal, meer dan in de vorige boeken, redelijk binnen de perken. De komst van de nieuwe baas op het Heerenveense politiebureau versterkt de rol van Ale Alema en door de thuiskomst van zijn in Italië bivakkerende dochter Jelly zien we hem ook in zijn privésituatie. Behalve in de omgeving van Heerenveen speelt het boek zich af op Schiermonnikoog, waar Anna een huisje blijkt te hebben, dat op een gegeven moment afbrandt. Schokker is bepaald geen groot stilist, maar hij kan zeker een vlotte, Friese politieroman schrijven, waarin het toeval wel weer een grote rol speelt.
Jan Schokker – De SUC-zaak en de bonken van Brongergea In Ale Alema-mystearje. (2011)
Het is een goede zaak dat er ook in het genre van de lekker leesbare politieroman oorspronkelijk Fries werk wordt geschreven. Jan Schokker publiceerde in 2008 een eerste boek met rechercheur Ale Alema als hoofdpersoon. Nu komt hij met een tweede ‘Ale Alema-mysterie’ zoals de ondertitel van het nieuwe boek luidt.
Net als in Schokkers debuut is Ale Alema, rechercheur in de regio Heerenveen, de hoofdpersoon van dit redelijk spannend opgebouwde boek. Toch lijkt ook hier de auteur wat te veel hooi op zijn vork te nemen. Zo is Alema aanvankelijk op zoek naar gestolen BMW’s. Hij doet dat samen met een gespecialiseerde afdeling (het SUC-team) van Leeuwarden. Gaandeweg gaat het er meer om dat er iets in dat team niet klopt en lijken de BMW’s volkomen vergeten. Dat hoeft nog geen probleem te zijn, maar daarnaast volgt de lezer het verhaal van Alema’s collega Wytske, die een mysterie van opgegraven beenderen onderzoekt. Niet alleen slaat ook dat verhaal een andere weg in, het heeft nauwelijks iets met dat van Alema te maken. Gelukkig wordt de zaak van Alema op een geven moment redelijk spannend en volgt er een verrassende ontknoping. Door allerlei toevalligheden die blijkbaar bij het genre horen, komt het verhaal niet altijd even geloofwaardig over. Maar vleugjes couleur locale en enige luchtigheid, voortvloeiende uit het karakter van Alema (een wat tegendraadse rechercheur met persoonlijke problemen die graag shag rookt en een borreltje drinkt) houden het verhaal wel levendig.
Jan Schokker – De Koalmasaak Plysjeroman. (2008)
Schokker (1952) heeft een beletterings- en standbouwbedrijf, maar schrijft van jongs af aan en debuteert met een Friese politieroman. Het is een vlot en bij vlagen boeiend geschreven verhaal met aardige vleugjes couleur locale: plaatsen en straten in de regio Heerenveen worden met name genoemd. Schokker weet de sfeer van zowel een politiebureau als van een landschap goed neer te zetten en hij houdt de vaart in het verhaal. In hoog tempo worden in het begin de problemen van de hoofdpersoon neergezet: behalve dat hoofdrechercheur Ale Alema een vreemde zaak moet (of liever: wil) onderzoeken, heeft hij privéproblemen. Zijn vrouw is bij hem weggegaan, wil scheiden en overlijdt plotseling aan een hartaanval. Dat is één van de oorzaken van het feit dat Alema zich veel te intensief bezig gaat houden met een ongeluk dat geen ongeluk blijkt te zijn. Hij wordt verliefd op de vrouw van het slachtoffer, maar zij is mogelijk ook betrokken bij criminele zaken. Er vallen meer slachtoffers en de schrijver haalt heel wat overhoop, maar weet wel tot het verrassende en bevredigende eind toe te boeien.
Er zijn slechtere manieren om een regenachtige zomerdag door te brengen dan met het lezen van dit boek, maar wat mij betreft had het verhaal iets strenger geredigeerd mogen worden. Het had best met minder lijken toe gekund en ook een getuige die verder helemaal niet in het verhaal terugkomt, lijkt overbodig. Jammer is het bovendien dat er in het boek, waar soms prachtige zinnen in staan, wat slordigheden zitten. Zo vind ik het alleen al onbegrijpelijk dat er in de flaptekst typfouten zijn blijven staan.