Hylke Tromp

trompHylke Tromp – Noah (2014)

Hylke Tromp (1944), oud-leraar Nederlands, besprak Friese boeken onder andere voor Omrop Fryslân – een deel van die besprekingen zijn in 1998 uitgegeven inSpikers & koppen – en geeft lezingen over de Friese literatuur. Hij maakt ook deel uit van een Friese folkgroep en speelde als acteur mee in het openluchtspel van Jorwert. Zijn ervaringen bij dat laatste verwerkte hij in zijn romandebuut Noah dat begin dit jaar verscheen.

De hoofdpersoon van Noah is Harry Jaarsma. We maken kennis met deze ontslagen leraar Duits op het moment dat hij auditie gaat doen voor een Fries openluchtspektakel. Hij had vroeger al acteur willen worden, maar moest van zijn ouders het onderwijs in; zijn vrouw heeft hem op de auditie gewezen. Als voorbereiding heeft Jaarsma een ballade van Douwe Tamminga uit het hoofd geleerd. Ouderwets, dat vindt hij zelf ook wel, en bovendien blijkt hij zijn voorbereide declamatie helemaal niet nodig te hebben.

Hoewel Jaarsma meent dat hij zijn auditie verpest heeft, wordt hij opgeroepen voor de eerste bijeenkomst. Daar blijkt dat de regisseuse een grootse opvoering wil maken van Vondels Bijbelse tragedie Noah of Ondergang der eerste Weerelt (1667) over de straf van God voor de zondige mensheid: alle mensen komen om in een zondvloed en alleen Noah (Noach, Noë), zijn drie zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen worden gered via de door Noah gebouwde ark. Bij het verdelen van de rollen blijkt Jaarsma zowaar de hoofdrol van Noah te krijgen.

Vanaf dat moment is de lezer getuige van de langzame maar niet te stuiten ondergang van Harry Jaarsma. Hij blijkt het toneelspelen helemaal niet zo leuk te vinden en begrijpt regelmatig niet wat de regisseuse met hem en zijn rol wil. Contact met medespelers, waarop zijn vrouw gehoopt had, heeft hij niet veel. Het wordt ook steeds duidelijker dat de verstandhouding met zijn vrouw Aukje niet best is, al voelt hij dat zelf niet bepaald haarfijn aan. Daarnaast heeft hij last van het in zijn ogen onterechte ontslag dat te maken heeft met de relatie met een leerling.

Deze Friese roman (ook als e-boek verkrijgbaar) weet redelijk te boeien. De lezer wordt een beetje heen en weer geslingerd tussen meeleven met de hoofdpersoon (die het ook allemaal niet kan helpen, zo lijkt het) of afkeer van hem als hij weer al te onnozel reageert op wat hem lijkt te overkomen en ondertussen krijg je enig inzicht in het werken aan een grote openluchtproductie. De auteur is er mooi in geslaagd om een moderne betekenis te geven aan een Bijbelse tragedie van Vondel, waaruit soms flinke stukken (in de Friese vertaling van Hylke Tromp zelf) geciteerd wordt: nog steeds ‘zondigt’ de mensheid en de opwarming van de aarde leidt misschien wel tot een nieuwe zondvloed, bijvoorbeeld.

Wat minder geslaagd is de poging om spanning in het verhaal te krijgen via de dreiging van een terroristische aanslag. Die wordt voorspeld door één van de vrouwelijke spelers met wie Jaarsma ook nog een zeer kortstondige affaire heeft. Die dreiging levert toch heel wat minder spanning op dan de vraag of Jaarsma zijn steeds zwaarder voelende rol wel tot een goed einde kan brengen. Hoe dat allemaal afloopt heeft Tromp goed gedoseerd beschreven, al is het ook wel een beetje voorspelbaar. De laatste bladzijden, als Jaarsma na afloop van de première naar huis rijdt en het een en ander nog eens overdenkt, maken het verhaal mooi af. Alleen jammer van de laatste zin van het boek waarmee Tromp, volslagen overbodig, te veel uitlegt.
(maart 2014)

Hylke Tromp – Spikers & koppen Dokutekst nr. 2 (1998)

Met de toon in dit boek slaat de Friese literaire criticus Hylke Tromp de spijker op de kop. Kritisch en enthousiast tegelijk is deze verzameling literaire kritieken. De meeste stukken zijn uitgesproken in de literaire rubriek van Omroep Friesland en dat verklaart wellicht een beetje de enthousiaste toon, maar ook op papier doen de kritieken weldadig aan. De bundel is verdeeld in drie delen. Het eerste deel bevat kritieken over Rink van der Velde, Tsjêbbe Hettinga, Anne Wadman en Piter Boersma. Het tweede bestaat uit tien dichtersportretten van onder andere Josse de Haan en J.Q. Smink. Het derde deel is niet strikt literair; daarin staan besprekingen van het werk van de componist Anne Vogel, de keramist Jitze Sikkema en de schilder Jan Dijkstra. Als extraatje staat achterin het prachtige juryrapport van de Gysbert Japicxprijs van 1995 dat Tromp samen maakte met Hanna Ludwig en Albertina Soepboer over De reade bwarre van Trinus Riemersma. De bundel zelf plus elk onderdeel wordt ingeleid en in die inleidinkjes geeft Tromp meteen een verantwoording van zijn wijze van bespreken. Het kan bijna niet anders of de lezers van deze kritieken gaan de besproken schrijvers (nog eens) lezen.
(1998)