Freark Dam

damtuskenrigelsFreark Dam – Yn hâlders hân (1984)

Freark Dam is conservator van het Fries Letterkundig Museum. Zijn eigen literaire productie is klein en bestond, wat de poëzie betreft, uit bundels uit 1946 en 1960. Gedichten uit die bundels zijn met veertien nieuwe opgenomen in deze bundel. Afdeling I bevat zuivere en soms hartstochtelijke liefdeslyriek. Afdeling II bestaat uit wrange gedichten over de oorlog. Ook in de vaak persoonlijke gedichten van de derde afdeling is nogal wat wrangheid te bespeuren. In afdeling IV gaat Dam nostalgisch terug naar zijn ouders en zijn geboortedorp Katlijk en in V staan vriendschappelijke en boeiende gedichten voor de Friese schrijvers Wadman, Tamminga en Van der Velde. Afdeling VI toont duidelijk nog eens de sfeer van de gedichten van Dam. Ondanks de wrange toon in veel van Dams gedichten is dit een mooie bundel poëzie. De gedichten zijn uitstekend leesbaar en geschreven in een rijke en verzorgde taal.

Freark Dam – Tusken de rigels troch (1991)

Freark Dam, oud-conservator van het Fries Letterkundig Museum, heeft jarenlang literair-historische beschouwingen in diverse boeken en tijdschriften gepubliceerd. Een aantal van deze artikelen, geschreven tussen 1969 en 1989 is hier bij elkaar gebracht. Daaronder artikelen over de tijdschriften Sljucht en rjucht en De Holder en over schrijvers als Waling Dykstra, Tsjibbe Gearts van der Meulen en Obe Postma. Dam ontrafelt de biografische achtergrond van het gedicht ‘Lêste blink’ van Pieter Jelles Troelstra, komt met biografische gegevens over de dichteres die onder het pseudoniem Madzy schreef en laat zien hoe Jan Jelles Hof door het schrijven van een sonnet Douwe Kalma te pakken neemt. Een laatste artikel gaat over een Friese versie van Lagerlöfs Niels Holgerssons wonderbare reis. Het zijn vooral literair-historische feiten die Dam heeft uitgeplozen en die hij op een aangenaam leesbare wijze in deze beschouwingen presenteert.