Eize de Boer

boereizede Eize de Boer & Frans Andringa – It sicht is withoefier en ’t eachwied grut Fyftich fersen oer Fryske doarpen (1999)

Schrijver/journalist Eize de Boer maakte vanaf 1992 sonnetten over Friese dorpen en gehuchten (van Abbega tot Wijns), die gepubliceerd werden in het Friesch Dagblad. Vijftig van die gedichten staan nu in deze bundel. Telkens is een foto van het desbetreffende dorp, gemaakt door Friesch-Dagbladfotograaf Frans Andringa en een enkele andere fotograaf, op de bladzij naast het gedicht afgedrukt. Dat maakt deze uitgave tot een mooi geheel. Het kan niet anders dan dat de gedichten soms wat nostalgisch zijn en dat er overeenkomsten en dus herhalingen zijn: de kerktoren, de nieuwbouwwijk, de verdwenen winkels en scholen. Een enkele keer valt een sonnet wat minder uit door rijmdwang of een stoplap, maar over het algemeen is De Boer vaardig in het vinden van de door het sonnet gevraagde rijmklanken. Vooral als De Boer iets extra’s over een dorp mee te delen heeft, lijkt hij op zijn best, zoals in ‘Bartlehiem’ (met natuurlijk de Elfstedentocht) of in het gedicht ‘Foudgum’ (Piet Paaltjens). Maar er zijn meer juweeltjes: het gedicht over Oostmahorn is prachtig, dat over Swichum is bijzonder geslaagd.

Eize de Boer – Op ‘e flecht (1989)

Hoofdpersoon van de eerste roman van Eize de Boer (ex-automonteur, nu journalist) is Atze, een twintigjarige automonteur. Met Halbe brengt hij een vakantie door in Valkenburg: veel drinken en, vooral Halbe, meisjes versieren. Atze brengt enkele dagen door met Gea. Na de vakantie kan hij haar niet vergeten. Hij schrijft uiteindelijk, krijgt geen antwoord; rijdt naar haar woonplaats, maar durft haar niet op te zoeken. Aan het eind van het boek zwerft hij door Leeuwarden en probeert troost te vinden in het gedicht ‘De vluchteling’. Het verhaal speelt zich het grootste deel af in het jaar na de vakantie. We zien Atze met vrienden en vriendinnen, we zien de onvrede met zijn werk, de problemen met zijn ouders. In flashbackhoofdstukken lezen we over de vakantie in Valkenburg. Door de leefwereld van Atze en de gebruikte toon kan dit boek ook jongeren aanspreken, hoewel het verhaal zelf niet erg spannend is. De Nederlandse dialogen, hoe realistisch ook (als Atze met Nederlandstalige personen praat), vind ik niet erg fraai. Toch een debuutroman die wat belooft.