Eelkje Tuma – Paadwizer (2009)
Dertien jaar pas na haar debuutroman Leafste lea, waarin een Fries plattelandsmeisje zich wil losmaken van haar milieu, verschijnt in de reeks Fryske Modernen de tweede roman van de in Noord-Zweden wonende Eelkje Tuma. De reeks is een initiatief van diverse Friese uitgeverijen en instanties. In deze reeks verschijnen nieuwe boeken van jonge schrijvers (die wel al minstens één boek gepubliceerd moeten hebben) die daarvoor een werkbeurs krijgen en bovendien schrijfbegeleiding, in het geval van Tuma van Piter Boersma. Dat heeft blijkbaar uitstekend gewerkt, want Paadwizer is een voortreffelijke roman geworden.
Het boek speelt zich af in Noord-Zweden aan de Botnische golf, vlakbij de Finse grens, in de streek waar Eelkje Tuma zelf nu al jaren woont. Vertaalster Marike komt daar terecht omdat ze een afspraak gemaakt heeft met de Zweedse schrijfster Linn* Matsson, van wie ze een boek aan het vertalen is. Eén van de zaken waar ze het met de schrijfster over wil hebben, is het mogelijk autobiografische karakter van het boek. Overigens is de ware reden van haar reis dat ze wil onderzoeken wat ze nu eigenlijk wil met haar leven, mede ingegeven door het feit dat ze zwanger is en niet eens precies weet van wie. De zoektocht valt nog niet mee. Niet alleen door de praktische problemen die ze in Zweden tegenkomt (het is erg koud, want de reis begint in februari, ze rijdt bijvoorbeeld een eland dood en vooral: de schrijfster lijkt ondanks de gemaakte afspraak onbereikbaar), maar tot haar niet erg aangename verrassing staat haar vriend Hylke opeens in het verre noorden voor haar neus. Door de telefoon weet Hylke al makkelijk beslissingen voor haar te nemen en het wordt niet plezieriger als hij in levenden lijve aanwezig is en er ook nog eens meer in de relationele sfeer blijkt te wringen dan de lezer aanvankelijk al dacht.
Maar de geschiedenis van Marike is nog maar de helft van het boek. Het proces dat Marike doormaakt, lijkt veel op het proces van de hoofdpersoon (Lena!) uit het boek van Linn Matsson dat Marike aan het vertalen is. Deze Lena groeit op in hetzelfde gebied dat Marike bezoekt. Grote invloed op de jeugd van Lena heeft het laestadianisme, een in de 19e eeuw ontstane strenge opwekkingsbeweging binnen de christelijke kerk in Noord-Zweden, die daar nog steeds invloedrijk is. Lena voelt zich absoluut niet thuis in dat door strenge regels beheerste milieu, hoezeer ze ook omringd is door liefhebbende familie. Zij vertrekt uiteindelijk naar een andere stad, waar overigens haar problemen niet bepaald verdwijnen.
Elk van de 25 hoofdstukken in Paadwizer bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft telkens de lotgevallen van Marike in Noord-Zweden, het tweede deel is een fragment uit het (fictieve) boek dat Marike aan het vertalen is en dat we zo ook in zijn geheel kunnen lezen. Dat boek heeft de zeer toepasselijke titel ‘Tur’, wat zowel ‘reis’ als ‘geluk’ betekent, zoals de schrijfster in een interview meedeelt. Beide delen zijn prachtig opgebouwd en zo goed geschreven dat je het boek op een gegeven moment nauwelijks nog wil wegleggen voordat je de ontknoping gelezen hebt. Niet dat je aan het eind precies weet wat Marike, of Lena, nu van haar leven gaat maken. Beiden hebben ze een beslissing genomen en het lijkt allemaal redelijk positief, maar de laatste zinnen lijken dat toch ook tegen te spreken: ‘Ik wie allinne. (…) It wie tsjuster.’ (‘Ik was alleen. (…) Het was donker.’)
De subtiele opbouw van beide delen van de roman, de duidelijke maar nergens geforceerde verstrengeling van de geschiedenissen van beide hoofdpersonages, de onnadrukkelijke aanwezigheid van het landschap en de sfeer van Noord-Zweden, en de vlot leesbare stijl van de schrijfster maken het lezen van dit boek tot een genot. Gauw vertalen in het Zweeds, Nederlands en Engels, en Eelkje Tuma kan net zulke oplagen bereiken als haar man, de Zweedse schrijver Mikael Niemi.
*Jammer dat die schrijfster op de achterflap Lena Matsson heet, wat meer verraadt dan nodig is. In het boek zelf heet ze toch echt alleen maar Linn Matsson. Het is dan toch wat vreemd dat Wieke de Haan in haar ‘leesverslag‘ van Paadwizer voor It Fryske Boek de schrijfster ook Lena Matsson noemt.
Eelkje Tuma – Leafste lea (1996)
De debuutroman van Eelkje Tuma (1966) die na haar studie culturele antropologie in Noord-Zweden woont, gaat over Riemkje, een meisje van het Friese platteland dat in Amsterdam psycholgie gaat studeren. Riemkje komt uit een benauwend milieu: in het gezin wordt nooit over gevoel gepraat, gewoon doen is al gek genoeg, Amsterdam is een enge stad en een lesbische tante wordt door de familie totaal genegeerd. Als Amsterdamse student heeft Riemkje weinig contacten. Als ze ruzie krijgt met haar enige vriendin staat ze er alleen voor. Contact met de andere sekse wil ze wel graag, maar kan en durft ze toch ook niet echt. Dan ontmoet ze José, die lesbisch is, en met haar krijgt ze een relatie. Uiteraard moet dat voor de familie verborgen blijven. Toch is dat uiteindelijk niet wat Riemkje wil; aan het eind bevrijdt ze zich van José en, wat belangrijker is, van haar bange andere ik. Het thema (een jonge vrouw die zich ontworstelt aan haar familie en haar achtergrond) is misschien niet erg origineel, maar het boek is behoorlijk vlot geschreven en goed gedoseerde flashbacks geven een aannemelijke verklaring voor de manier waarop Riemkje denkt en zich ontwikkelt. Leafste lea kan daarom best een verrassend Fries debuut genoemd worden.