Edgar Allan Poe

poeEdgar Allan Poe – De skacht en de slinger Mei in foaropwurd fan Atte Jongstra. Oersetting Anne Tjerk Popkema (2014)

Sinds vorig jaar (2013) is er zowaar weer een nieuwe Friese uitgeverij en Regaad is er eentje met een missie. De uitgeverij, opgericht door drie Friese Groningers, wil ‘Friese vertalingen in hoogwaardige en originele publicaties produceren met als doel de Friese leesbevordering’. Met haar eerste uitgave voldoet de uitgeverij prima aan haar uitgangspunten.

De skacht en de slinger (The Pit and the Pendulum – De put en de slinger) is één van de beste griezelverhalen van de Amerikaanse schrijver Edgar Allan Poe (1809-1849). Het verhaal verscheen voor het eerst eind 1842 in een bundel die als kerst- en nieuwjaarsgeschenk bedoeld was. Dat wordt ook vermeld in de korte inleiding die Atte Jongstra voor deze Friese vertaling schreef. In die inleiding schrijft Jongstra niet erg positief over Poe die hij volslagen overgewaardeerd noemt. Poe heeft, zegt Jongstra, een slechte schrijfstijl, gebruikt onnodige uitweidingen en clichés. Voor dit verhaal komt er nog eens bij dat er historisch gezien niets van deugt. En toch, zegt Jongstra, heeft Poe aan dit verhaal terecht zijn faam te danken, want het is een zeldzaam goed verhaal.

In ‘De put en de slinger’ wordt een man tijdens zijn verhoor door de inquisitie gefolterd. Als hij weer bijkomt, bevindt hij zich in een aanvankelijk duistere cel, met in het midden een put en als celgenoten ratten. Later is er wel licht in het vertrek, maar ligt hij vastgebonden en wordt hij bedreigd door een guillotine-achtige slinger die lager en lager komt. De angst van de ik-persoon wordt door Poe goed voelbaar gemaakt en de verschrikkingen stapelen zich op: de folteringen tijdens het verhoor, het ontdekken van zijn positie in de cel, de put, de ratten, de noodlottige slinger.

Natuurlijk, het verhaal dat een (onvertaald) vierregelig Latijns motto heeft, is negentiende-eeuws en enige langdradigheid is dan ook wel aanwijsbaar. Maar het verhaal is in deze versie voor jong en oud anno 2014 nog prima te genieten. Dat komt ook door de vertaling van Anne Tjerk Popkema, die voor zijn vertaling van De hobbit van Tolkien de Obe Postmaprijs kreeg. Ik kende het verhaal van Poe via een Nederlandse vertaling van zo’n veertig of vijftig jaar geleden. Vergeleken daarbij doet deze Friese vertaling van dit negentiende-eeuwse verhaal zowaar modern aan.

Het boek is prachtig uitgegeven: een harde kaft met een stofomslag waarop een portret van de auteur prijkt. De eerste helft van het verhaal is met witte letters op zwarte bladzijden geschreven, de tweede helft van het verhaal gewoon met zwarte letters op wit papier. Twee zwartwitillustraties van Tony Roberts completeren deze publicatie. Als liefhebber van de e-reader moet ik zeggen dat voor zo’n met recht hoogwaardig genoemde uitgave de e-reader niet is uitgevonden.