Anders M. Rozendal

rozendalAnders M. Rozendal – Hupsakee en oare ferhalen 2009

In 2001 verscheen de eerste roman van Rozendal (1946) en nu de negende in aantocht is, publiceert hij ook een verhalenbundel. De zestig verhalen, in lengte variërend van twee tot zes bladzijden, stonden deels eerder in het Friesch Dagblad. De verhalen zijn bepaald geen literaire hoogstandjes, maar hoewel een enkel verhaal wat aan de flauwe kant is, zijn het verhalen die door een groot publiek gewaardeerd zullen worden. De meeste hebben een humoristische inslag, omdat de hoofdpersonages vaak door een wat stoer of anderszins dommig gedrag in een lastige situatie terechtkomen. Zo raakt een hond te water door iemand die zegt dat hij goed varen kan, valt de praalwagen van de buurtvereniging toch tegen, krijgt iemand een bekeuring wegens het niet-dragen van de autogordel of voor vermeend kievitseieren zoeken, een ander schaatst in een wak, raakt zijn vriendin kwijt omdat hij te veel werkt of ziet spoken in een mistige vaartocht. De schrijver weet vaardig gebruik te maken van allerhande situaties (begrafenis, oppasbeurt van opa, koorrepetitie, visite, vispartij, Sinterklaasinkopen of een cursus ‘eten koken voor mannen’) en schrijft vlotte dialogen.

rozendalAnders M. Rozendal – Under de sinne fan de Iviche 2008

Deze achtste roman van Rozendal past goed in het fonds van de KFFB, de christelijke boekenclub die zijn werk uitgeeft. Anders dan zijn vorige boeken is het een historische roman, die zich afspeelt in de negende eeuw voor Christus in Israël. Hoofdpersoon is Sûar, de zoon van een voorname landbouwer met moderne godsdienstige opvattingen, die dichtbij het hof van de koning van Israël staat. Sûar gaat logeren bij de familie van zijn moeder, de Rekabiten, een orthodox nomadenvolk dat leeft van veeteelt. Sûar vindt daar niet veel aan, maar wordt verliefd. Daarom belooft hij een jaar later terug te komen. In dat jaar zijn er veel spanningen thuis, wat tot een drama leidt. Sûar vlucht naar de Rekabiten, maar is zo getraumatiseerd dat hij geen gevoel meer lijkt te hebben. Hij krijgt godsdienstles van een oom en sluit zich aan bij krijgers die als opdracht van God voor een nieuwe koning van Israël gaan zorgen. Het boek laat zien hoe een gewone jongen kan veranderen in een fanatiek godsdienstig strijder. In het laatste deel van het boek gaat het verhaal nogal sprongsgewijs, terwijl het onder andere door het beschrijven van de gewoontes en leefwijze van beide families, hoe interessant ook, soms wat langdradig is.

rozendalAnders M. Rozendal – Moard oan ‘e Monsmawei 2004

In deze vijfde roman van Rozendal in vijf jaar tijd bij de Kristlik Fryske Folksbibleteek is de hoofdpersoon Henk Schaafsma. Na een avondje doorzakken op het dorpsfeest maakt hij de volgende ochtend een wandeling waarbij hij het lijk van Clara Steindorf vindt. Clara is min of meer een vriendin van zijn vrouw Geartsje en Henk komt ook wel bij haar om karweitjes op te knappen. Henk kan zich door de drank niet precies meer herinneren wat er die avond allemaal gebeurd is. Via Geartsje en zijn vriend Wibe, met wie hij nog naar huis gegaan is voor een afzakkertje, schiet hem steeds meer te binnen. Het is voor hem een verrassing dat zijn vriend Wibe gearresteerd wordt, al is daar het verhaal niet mee afgelopen, omdat uiteindelijk Henk zelf een erg dubieuze rol in het verhaal blijkt te spelen. Deze misdaadroman is ondanks het weinig verrassende eind vaardig opgebouwd via de half-onwetende ik-figuur en voldoet goed aan het uitgangspunt van de uitgever: een met vakmanschap geschreven, eenvoudig verhaal voor een breed publiek. Het christelijke aspect speelt slechts zeer zijdelings een rol.