Abe Brouwer – Thúsreize Springtij dl. 3 (1993; 1e dr. 1970)
In 1989 en 1991 verschenen herdrukken van de eerste delen van de Springtij-trilogie, De ramp en Gods bidlers. Thúsreize is het laatste deel, oorspronkelijk uit 1970. Net als in de vorige delen is Brouwer (1901-1985) hier de verteller die weet hoe hij effect kan aanwenden om een smeuïg verhaal te vertellen, zonder dat hij zich al te veel om diepgang of waarschijnlijkheid bekommert. En net als de vorige delen zal dit boek vooral bij de wat oudere (ouderwetse?) lezers in de smaak vallen. Weer is het oude vissersdorp Wierum het decor van het verhaal. Hoofdpersonen zijn Tsjerk, een visser van om en nabij de tachtig, die de ramp van 1893 nog heeft mee gemaakt, en zijn dochter Willemke. Tsjerk verkoopt zijn schip aan een Zoutkampse reder, omdat hij desnoods onder een andere baas in ieder geval nog varen en vissen wil. Het boek eindigt bijna overdreven groots, met een opvoering van een toneelstuk waarin de geschiedenis van Wierum nog eens samengevat wordt op de manier waarop Brouwer dat in feite zelf in deze trilogie heeft gedaan. (1993)
Abe Brouwer – Gods bidlers Springtij dl. 2 (1991; 1e dr. 1964)
In 1989 verscheen de herdruk van het eerste deel van De Springtij-trilogie, De ramp (1e druk 1958). Gods bidlers is het tweede deel, oorspronkelijk uit 1964. De nieuwe onderwijzer Theo Vogel, afkomstig uit Drente, krijgt in het vissersdorp Wierum te maken met de nasleep van de ramp uit 1893. Vogel ziet een deel van het dorp als een soort bedelaars voor wie hij wil proberen een toekomst te creëren. Daarbij raakt het dorp verdeeld in ‘fijnen’, die onder leiding van de dominee scherp bekritiseren wat Vogel doet, en de ‘heidenen’ die geen kwaad willen horen over Vogel. Die heeft zichzelf uiteindelijk niet meer in de macht en nadat zijn vrouw hem al verlaten heeft, wordt hij opgehaald door de politie om naar een inrichting gebracht te worden. Abe Brouwer is een schrijver die prachtige verhalen kan vertellen, zonder dat hij veel aandacht aan de psychologie van de hoofdpersonen besteedt. 0ok dit boek is daar een voorbeeld van. Het doet daardoor nogal ouderwets aan, al is het bij vlagen meespelend geschreven. (1991)