Piter Terpstra

terpstragysbertPiter Terpstra – Gysbert Japiks Trilogy (2003)

Piter Terpstra schreef vanaf 1946 een aantal Friese romans en toneelstukken, naast divers Nederlandstalig werk. De drie historische romans die Terpstra schreef over Gysbert Japiks (1603-1666) zijn nu ter gelegenheid van de 400e sterfdag van de dichter in één kloeke band verschenen.

Deel 1, Mjitter fan ús jierren (1984) gaat over de periode 1620-1636. Japiks wordt schoolmeester in Witmarsum en begint te dichten, in het Fries. In deel 2, Bewarje myn namme (1993), is Japiks schoolmeester in Bolsward. Hij krijgt kinderen, al sterven er enkele ook alweer jong, en publiceert zijn eerste dichtbundel. Deel 3, De dei is ferrûn (1972), gaat over 1966. De pest breekt uit in Bolsward en maakt Gysbert Japiks tot slachtoffer, evenals diens vrouw en zoon Salves, de dokter die van Ameland komt en zich met zijn ouders verzoent om ze op het eind bij te staan. De inhoud van de oorspronkelijke romans is iets aangepast om ze beter op elkaar te doen aansluiten. Ook de stijl is wat gestroomlijnd en hier en daar wat gemoderniseerd. Zo is deze trilogie een mooi monument voor de 17e-eeuwse Friese dichter


terpstramjitterPiter Terpstra – Mjitter fan ús jierren. Histoaryske roman oer Gysbert Japiks (1989)

Dit is een historische roman over de Friese dichter Gysbert Japiks (1603-1666). Als hij in Bolsward van de Latijnse school komt wordt hij ondermeester. Hij begint te dichten en praat daarover met Ferdou, de dochter van een rijke koopman. Zijn werk in Bolsward voldoet hem niet helemaal. Enkele jaren later zien we Gysbert als onderwijzer in Witmarsum. Hij dicht er, praat daarover met de grietman Van Aylva en heeft een liefdesrelatie met diens dienstmeisje Wobbelke.  Af en toe reist hij naar Leeuwarden, waar hij drukker Fonteyne ontmoet die belooft zijn werk uit te geven, maar dat steeds uitstelt. Als Gysbert erachter komt dat Wobbelke toch niet de juiste vrouw voor hem is, neemt hij ontslag.

In het laatste gedeelte van het boek zit hij in Workum. De zee geeft hem rust. Hij besluit te trouwen met de Leeuwarder notarisdochter Sijke Salves en weer in Bolsward te gaan wonen. Net als Terpstra’s De dei is ferrûn (1972) over de laatste levensperiode van Gysbert Japiks, is dit boek een lekkere, ouderwetse, vlot leesbare historische roman, waarbij de lezer goed kan meeleven met de 17e-eeuwse jongeman, die niet altijd weet wat hij wil.

terpstradeiferrounPiter Terpstra – De dei is ferrûn. 3e printinge (1997)

Terpstra schreef in 1989 Mjitter fan ús jierren’ en in 1993 Bewarje myn namme die het leven van de grote Friese dichter Gysbert Japiks van 1620 tot 1655 beschrijven. De dei is ferrûn, over het laatste levensjaar van Japiks (1666), werd al in 1972 gepubliceerd. Het verschijnt nu opnieuw als laatste deel van de Gysbert Japiks-trilogie. In een nawoord meldt Terpstra dat sommige feiten in dit boek niet helemaal kloppen met de voorgaande delen. In afwisselende hoofdstukkan wordt het leven van Gysbert in Bolsward beschreven en dat van zijn zoon Salves op Ameland. Gysbert is een oude man die zijn baantje als onderwijzer niet meer aankan. Hij heeft ervoor gezorgd dat Salves, een dokter met drinkschulden, op Ameland terecht kon, maar hoort lang niets meer van hem. Iemand vertelt hem dat Salves zijn leven gebeterd heeft, maar de lezer krijgt een realistischer beeld van de onstandvastige zoon. Als de pest Bolsward bereikt, worden ook Gysbert en zijn vrouw getroffen. Op het laatste moment komt Salves naar zijn ouders om hen te verzorgen en te zien sterven. Terpstra is een degelijk verteller die het 17e-eeuwse leven, in dit geval met de angst voor de pest, goed kan beschrijven.